De Europese collectie, die vóór de opening van het museum in 1975 onder leiding van Samuël Glotz werd opgericht, is de rijkste van onze instelling en ook de grootste van België, met 7.750 stukken uit de 17e eeuw tot heden. Van 1981 tot 2007 zette Michel Revelard het aankoopbeleid met passie voort, waarbij hij uitgebreid onderzoek ter plaatse verrichtte en verschillende tentoonstellingen wijdde aan maskerpraktijken in Europa.
Deze collectie omvat een breed spectrum aan stukken die winterfeesten (van 11 november tot Maria-Lichtmis) en carnavalsfeesten (van vastenavond tot Pasen) illustreren. Beide zijn nauw verbonden met de natuur, de levenscycli en de vruchtbaarheid van de aarde en de vrouw. Deze overgangsperiodes, die worden beschouwd als momenten van overgang tussen winter en lente, worden traditioneel gezien als gunstig voor het openen van een parallelle wereld, die van de onderwereld. Daarom komen tijdens deze feesten vaak verontrustende figuren zoals duivels en heksen voor. Deze festiviteiten worden ook gekenmerkt door een toestemming, zelfs een aanmoediging, om zich over te geven aan allerlei excessen en sociaal-culturele en politieke parodieën.